Auteur dr. J.A.W. (Jurn) Buisman, gen. director Geelvinck Museum
De belangrijkste bronnen voor de geschiedenis van de schipbrug zijn:
– ‘Wijhe en omgeving’, H.C. Brandt, Gedenkboek 1813, De Erven F.Bohm, Haarlem, 1913
– Mémoires du comte Alexandre Benkendorf, Général cavelerie, Aide de Camp Général de S.M.E. l’Empereur de Russie, Zapiski Benkendorfa: 1812 god: Otechestvennaia voina; 1813 god: Osvobozhdenie Niderlandov, Iaziki slavyanskikh kul’tur, Moscow, 2001. ISBN 5-7859-0228-1
– artikelen door drs. Gerrit Kouwenhoven, archivaris van het Streekarchief Epe-Hattem-Heerde in Ampt Epe en het mededelingenblad van de Heerder Historische Vereniging
– ‘And we were in Paris’, Ramil Rakhimov, Bashkirskoye Institute ‘Kytan’, Ufa, 2012
De schipbrug van de Basjkieren – een gezamenlijke geschiedenis
Veessen, een slaperig dorpje aan de IJssel in de CittaSlow Gemeente Heerde, staat bekend als “het kozakkendorp”. Aan deze bijnaam ligt een geschiedenis ten grondslag, die het dorp verbindt met de Basjkieren, een nomadisch volk van boog-schietende ruiters uit het steppengebied aan de voet van de Oeral. Een recent geplaatst beeld van een Basjkierse ruiter herinnert aan deze episode.
In 1810 lijfde Napoleon Nederland in bij het Franse Keizerrijk. Twee jaar later rukten zijn troepen, waaronder eveneens een significant aantal dienstplichtigen uit Nederland, op naar Moskou in een veldtocht tegen Tsaar Alexander I. Deze catastrofaal verlopen actie zou de teloorgang inluiden van de Franse suprematie over grote delen van Europa.
Stammen Basjkieren bewonen al ruim een millennium het gebied van de zuidelijke Oeral. Het nomadenvolk spreekt een aan het Turks verwante taal, die behoort tot de Finno-Oegrische taalgroep. De Basjkieren belijden de soenitische Islam. Ruim vier eeuwen geleden zocht het volk van de Basjkieren bescherming tegen de naburige Tataren door het aangaan van een coalitie met het toenmalige Grootvorstendom Moskovië van Ivan de Verschikkelijke. In de daarop volgende decennia ontwikkelde Basjkirië zich als onderdeel van de Russische staat. Binnen de Russische Federatie is het huidige Basjkortostan – met als hoofdstad Oefa – de grootste autonome republiek. De circa 1,4 miljoen etnische Basjkieren vormen er ruim een kwart van de bevolking.
In 1812 verzocht Tsaar Alexander I de Basjkieren twee cavalerieregimenten te leveren voor zijn strijd tegen Napoleon. Deze zogenoemde kozakkenregimenten, waarvan de leiding in handen van een Russisch officier werd gelegd, hadden een aanzienlijk grotere flexibiliteit, dan de reguliere regimentsstructuur. Reeds eerder had Tsaar Alexander I zijn Basjkieren bij de Fransen ten tonele gevoerd: tijdens zijn ontmoeting met Napoleon bij de Vrede van Tilsit in 1807. De Basjkieren, die, gezeten op felle kleine paarden, bewapend waren met pijl en boog, werden door de Fransen schertsend “de cupido’s van het Noorden” genoemd; dit zou hun geuzennaam worden. Deze in het zadel geboren ruiters, die eveneens uitmuntende boogschutters waren, werden met hun lange lansen en hun evenzeer lange karwatsen het meest gevreesde wapen van het Russische leger in hun strijd tegen Napoleon. Alleen al de huiveringwekkende reputatie van deze exotisch ogende cavaleristen, deed menig Frans rekruut deserteren.
Na de Volkerenslag bij Leibzig, waarbij Napoleon door de Zesde Coalitie onder leiding van Tsaar Alexander I desastreus verslagen werd, stoten de Russische en Pruisische geallieerde troepen door naar Nederland. Medio november bereiken de eerste geallieerde eenheden de IJssel. De Franse bezetting van de vestingstad Deventer bleek te sterk en de Russische Generaal Alexander von Benckendorff gaf opdracht aan het 1e Regiment Basjkieren een bivak op te slaan bij Wijhe aan de IJssel en van daaruit Deventer te omsingelen. Op een daarvoor geschikte plek in de rivier werd een schipbrug gelegd. De IJssel maakt een grote meander vlak vóór Wijhe en, aan de overzijde, Veessen. Dit vormt niet alleen een geologisch geschikte plek voor de inlaat van de huidige hoogwatergeul, maar eveneens een uitstekende locatie voor een schipbrug.
In weerwil van de opdracht van zijn meerdere om bij de IJssel te wachten op versterking, steekt Benckendorff op uitdrukkelijk verzoek van het provisioneel hoofd van de Amsterdamse stadswacht de rivier over. Door op listige wijze langs de Franse bezetting te glippen, weet hij met zijn kozakken en een handvol reguliere manschappen in de hoofdstad te komen. Zijn Basjkieren behoren tot de eersten die de Muiderpoort van Amsterdam bereiken en zorgen door hun aanwezigheid voor een omslag in de ambivalente opstelling van de provisionele stadsregering. Nagenoeg zonder bloedvergieten, wordt Amsterdam van de Fransen bevrijd. Dit heeft een belangrijke invloed op de totstandkoming van de huidige constitutionele monarchie. Enkele dagen later begeleidt Benckendorff de Prins van Oranje bij diens aanvaarding van de proclamatie tot soeverein vorst Willem I van het Vrije Nederland. In de weken die daarop volgen, leidt Benckendorff de geallieerde bevrijding van het Nederlandse grondgebied en rukt vervolgens op naar het zuiden. In april 1814 dwingen de geallieerden Napoleon tot abdicatie. De Basjkieren trekken veel bekijks in Parijs en keren uiteindelijk terug naar hun geboortegrond. De herinnering aan deze glorierijke veldtocht is nog steeds levend in het huidige Basjkortostan.
Via de schipbrug bij Veessen hebben duizenden geallieerde troepen en gedeserteerde Nederlandse rekruten in Franse dienst de overtocht over de IJssel gemaakt. Het bivak van de Basjkieren in Wijhe groeide uit tot een belangrijk strategisch doorvoercentrum. Vanwege hoogwater verloor de schipbrug eind januari 1814 na 2,5 maand zijn functie.
Een imposant bronzenbeeld van een Basjkierse ruiter bij het onlangs geheel gerenoveerde havenfront van Veessen vormt een blijvende herinnering aan deze geschiedenis. Op 8 januari werd het bij hoogwater geplaatst; een huzarenstukje. Drie dagen later werd het monument in het bijzijn van een hoge delegatie uit Basjkortostan aan de enthousiaste lokale bevolking gepresenteerd. Dit vormde tevens de aftrap voor het eerste Basjkortostan-Nederland Festival. Het indrukwekkende beeld werd vervaardigd door de internationaal-bekende, Russische beeldhouwer Alexander Taratynov, die al meer dan twee decennia in Nederland woont en werkt. het initiatief voor dit kunstwerk werd genomen door de Geelvinck Muziek Musea Amsterdam-Zutphen, waarvan de organisatie al meer dan een kwart eeuw gevestigd is in een historisch huis in Heerde. Het museum, dat tevens landelijk bekendheid geniet als organisator van concerten op historische fortepiano’s, is één van de supporters van CittaSlow in Heerde.
Het kunstwerk van de Basjkierse ruiter zal in de toekomst niet alleen een belangrijke bijdrage leveren aan het levend houden van de gedeelde geschiedenis met de Basjkieren. Bovendien is het een aanzet tot daaraan gelieerde initiatieven, zoals fiets- en wandelroutes langs plekken in de gemeente die aan deze lokale historie herinneren, zoals de kozakkenlinde, de kozakkenkrib en het kozakkenveer (een door vrijwilligers bemand fietsveer over de IJssel vrijwel op de plek waar eens de schipbrug lag). Ook andere activiteiten kunnen hieruit voortvloeien, zoals educatieve projecten voor middelbare scholen, re-enactments, muziekfestivals en bij voorbeeld een activiteit met natuurlijke honing, waarvoor zowel de natuur van Basjkortostan als de heidegebieden van Heerde bekend staan. Het versterkt de uitstraling van de Gemeente Heerde als CittaSlow.
The ship-bridge of the 1st Bashkir Regiment – a shared history
Veessen is a sleepy village by the River IJssel in the CittaSlow municipality of Heerde. Veesen is also known as the “Cossacks’ village”.This nickname finds its origin in a history, which connects the village to the Bashkirs, a nomadic people of bow-wielding riders from the steppe at the foot of the Ural. A recently placed sculpture of a Bashkir horseman of the 1st Bashkir Regiment commemorates this episode.
Bashkir tribes have inhabited the Southern parts of the Ural for over a millennium. This nomadic people speak a language that is related to Turkish and belongs to the Finno-Ugric language group. The Bashkirs profess the Sunni Islam. Over four centuries ago, the Bashkir tribes sought protection against the neighbouring Tartars by forming a coalition with the Grand Principality of Muscovy of Tsar Ivan the Terrible. In the following decades, Bashkiria developed as an autonomous entity within the Russian state. Bashkortostan is – with Ufa as its capital – the largest autonomous republic of the Russian Federation. The approximate 1,4 million ethnic Bashkirs make up a quarter of the population.
Napoleon incorporated the Netherlands into the French Empire in 1810. Two years later, his troops, consisting also of a significant number of conscripts from the Netherlands, marched to Moscow during a campaign against Tsar Alexander I. Instead of Napoleon’s victory, it triggered the crumbling of French supremacy over large parts of Europe. In 1812, Tsar Alexander I requested for two Bashkir cavalry regiments to aid his fight against Napoleon. These so-called “Cossack-regiments”, of which the command was placed into the hands of Russian officers, were significantly more flexibly structured than the regular cavalry regiments. At first, the Bashkir horsemen, armed with bow and arrow, were jokingly referred to by the French as “the cupids of the North”; later, the Bashkir cavalry would wear this sobriquet proudly. These naturally great riders, who were equally excellent archers, with their tall lances and long whips, became the most feared weapon of the Russian army in the war against Napoleon’s dictatorship. Even only the shuddering reputation of these exotic looking cavalrymen, made many a French recruit desert his battalion.
After the Battle of Leipzig, during which Napoleon was disastrously defeated by the forces of the Sixth Coalition under the command of Tsar Alexander I, the Russian and Prussian allied troops pushed on towards the Netherlands. The first allied units reached the River IJssel in the first half of November. The French occupation of the fortified town Deventer proved too strong and the Russian commander, General Alexander von Benckendorff, ordered the 1st Bashkir Regiment to set up camp near the village of Wijhe on the banks of the River IJssel and then to proceed surrounding the nearby French occupied city of Deventer. A series of local ships were moored together across the expanse of the river, with planks connecting the decks of each ship, thus forming a bridge. There is a large meander in the River IJssel near Wijhe, and, on the opposite riverbank, Veessen. Not only does this form a geologically suitable place for the inlet of today’s floodplain, but also forms an excellent location for such a ship-bridge.
In spite of the assignment of his superior to wait at the shores of the River IJssel for reinforcements, Benckendorff crossed the river at the express request of the provisional head of the Amsterdam city militia. By slipping past the French occupation forces in cunning fashion, he managed to get into the capital with his Cossacks, Bashkirs and a handful of regular soldiers. His Bashkirs were among the first to reach the gates of Amsterdam and with their presence they caused a turnaround in the ambivalent stance of the provisional city government. Thus, almost without bloodshed, Amsterdam was freed from the French occupation. This had a significant impact on the commencement of today’s constitutional monarchy. A few days later, Benckendorff accompanied the Prince of Orange at his acceptance for being proclaimed Sovereign William I of the Free Netherlands. In the following weeks, Benckendorff lead the allied liberation of the territory of the Netherlands and then proceeded to advance South. In April 1814, the allied troops finally forced Napoleon to abdicate. The Bashkirs attracted a lot of attention in Paris and eventually returned to their native country. The memory of this glorious campaign is still very much alive in today’s Bashkortostan.
Thousands of both allied troops and returning Dutch recruits, who had deserted from French service, crossed the River IJssel via the ship-bridge. The Bashkir bivouac in Wijhe grew into a strategically important transit centre. After 2,5 months, the ship-bridge lost its function due to high water in late January 1814.
An impressive bronze sculpture, representing a horseman of the 1st Bashkir Regiment, at the recently renovated harbour of Veesen is a permanent reminder of this history. It was placed on its concrete pedestal on January 8th 2018; a daring feat, because, due to high water, the pedestal was surrounded by the river waters. The monument was presented three days later to the enthusiastic locals, in the presence of a high delegation from Bashkortostan. This also served as the kick-off to the first Bashkortostan-Netherlands Festival. The bronze sculpture was created by the internationally renown Russian sculptor Alexander Taratynov, who has lived and worked in the Netherlands for over two decades. The effort was initiated by the Geelvinck Music Museums Amsterdam-Zutphen; its museum organisation has already been situated in an historical house in Heerde for over a quarter of a century. The museum, which is nationally recognized as the organizer of concerts on original historic fortepianos, is one of the supporters of CittaSlow in Heerde.
The sculpture of the Bashkir horseman will keep the memory of the shared history with the Bashkirs alive. In addition, hiking and bicycle tracks will be created along nearby places which in spirit are related to this history, such as the “Cossacks’ Linden Tree”, the “Cossacks’ Dam”, and the “Cossacks’ Ferry” (a bicycle ferry across the River IJssel operated by volunteers, virtually at the same spot where once the ship-bridge was located once.) Also related activities are scheduled to arise, including educational projects for secondary schools, re-enactments, music events, and for instance an activity with natural honey, which both the nature of Bashkortostan and the heathlands of the municipality of Heerde are known for. It strengthens the appearance of Heerde as a CittaSlow.