Dit is een verhaal van Lisa en Josje
Het begint heel lang geleden in de middeleeuwen gewoon hier, in Westerwolde.
De middeleeuwen was de tijd waarin de ridders leefden. Westerwolde was nog ruig, er waren geen wegen, geen elektriciteit, geen water uit de kraan, en geen gas om op te koken.
Ter Apel was er al wel, en ook de Burcht in Wedde. Daar tussen lag een pad op een heuvelrug met kleine dorpjes, ook jullie dorpje Vriescheloo. Middenin Westerwolde lag het dorp Sellingen, nu nog steeds.
In de middeleeuwen was Sellingen een heel klein dorpje met zes boerderijen, of erven zoals je dat toen noemde, en een kerk.
En op één van die boerderijen in Sellingen woonden Lisa en Josje.
De boerderij zag er niet zo uit als nu met grote schuren, veel dieren, tractoren, combines, maar was maar één kamer waarin de mensen en de dieren samen woonden.
Boeren van nu hebben wel honderd koeien. Toen nog niet, er waren op de boerderij een paar kippen, misschien wat varkens, een enkele geit en koe.
Maar niet op Erve Meendering. Daar woonden ook twee ezels. Lisa en Josje. Maar hoe kan dat nou. Horen ezels niet in de woestijn?
Het zit zo.
Lisa en Josje waren met een groep ridders onderweg door Europa. Via de Alpen (hele hoge bergen met sneeuw erop) en Duitsland waren ze bij Ter Apel aangekomen. Daar hadden ze bij het Klooster een tijdje gewoond.
Waarom waren Josje en Lisa met de ridders onderweg?
Ze hadden een taak. Een hele belangrijke taak. Ze moesten de paardenkeutels, of te wel vijgen, dragen.
Deze werden verzameld in manden op hun rug. Er was immers nergens een hotel of camping waar je kon verblijven en daarom maakten de ridders hun eigen camping. Voor het kampvuur gebruikten ze de paardenpoep, op dit vuur konden ze dan koken en zich erbij verwarmen. Wanneer de ridders langer op één plaats waren werd de paardenpoep ook gebruikt als mest voor de tuin. Maar dit gebeurde niet zo vaak.
Op een zeker moment gingen de ridders onderweg van Ter Apel in de richting van Wedde en zouden ook wel verder willen richting de stad Groningen. Voor vertrek werd nog gezegd “blijf bij elkaar en op het zandpad want anders kun je wel verdwalen”.
Westerwolde was toen nog, ik zei het eerder al, ruig en vol met moerassen, bossen en veen. Wegen waren er nog niet, dus je kon makkelijk verdwalen.
Josje en Lisa hadden niet zo goed geluisterd of juist wel.
Ze gingen achteraan de groep lopen en zijn op een gegeven moment, waarschijnlijk in de buurt van Laude links af het pad afgegaan. Daar rondlopend werd het donker en er waren toen nog geen lantarenpalen. Josje en Lisa waren beide bang, maar Lisa, de oudste, liet dat natuurlijk niet merken.
De volgende dag zijn ze via kleine paadjes in de richting van Sellingen gelopen. Daar zagen ze kleine mensjes spelen. Die kenden ze niet zo goed want ze waren natuurlijk altijd met ridders, grote mensen, onderweg geweest.
Meteen hadden Lisa en Josje het gevoel, en ezels weten veel, dat dit lieve kleine mensjes zouden zijn. Kinderen dus zoals jullie.
Voorzichtig kwamen Lisa en Josje dichterbij. En de kinderen zagen de ezels. Dit dier kenden ze niet, ze hadden wel eens een paard gezien maar er waren daarvan niet zoveel in Sellingen.
Na wat heen een weer te hebben gelopen kwamen de ezels en de kinderen bij elkaar te staan.
Meteen werd er geknuffeld en Josje en Lisa vonden dit heerlijk.
Door het lopen door het ruige Westerwolde zat er zand en takjes in de haren van Josje en Lisa en dit werd er door de kinderen uitgeplukt en geborsteld. De ezels vonden het prachtig.
Op de rug van Lisa zaten nog manden. De verzamelde takken en hout voor het vuurtje thuis werd hierin gedaan door de kinderen.
Samen liepen ze naar Sellingen waar vader en moeder en de achtergebleven kinderen nogal schrokken van de ezels Josje en Lisa.
Nadat de kinderen uit het bos vertelden over hun ontmoeting waren de vader en moeder en de broertjes en zusjes ook niet meer bang voor de ezels, ook al hadden ze nog nooit eerder ezels gezien.
Sinds deze ontmoeting wonen er ezels in Westerwolde, het begon op Erve Meendering, midden in Sellingen.
Daar hebben kinderen veel met ezels gespeeld. Samen deden ze verstoppertje, maar niet te ver weg want dan kun je verdwalen. Ook deden ze tikkertje waarbij de ezels soms wat langzamer liepen om ook een keer de tikker te zijn. Dus veel buiten spelen. En ook wandelen en hout sprokkelen voor het vuur. De ezels waren dan het lastdier voor het vele hout.
Samen hebben Lisa en Josje een plannetje gemaakt om altijd heel lief te zijn met kinderen en ze gaan dan ook nu nog steeds regelmatig wandelen met kinderen. Knuffelen en borstelen vinden ze ook erg leuk.
Ze doen dit inmiddels samen met hun vriendjes Bassie, Joris, Pien en Keetje. Ze wonen niet meer in Sellingen maar in Vriescheloo, vlak bij Bellingwolde. Maar ook dat is nog Westerwolde.
Josje en Lisa willen jullie dan ook graag ontmoeten. Ze zijn hier naar toe gekomen, niet te voet maar met een auto. Ze hebben zelf niet gereden, dat hebben wij gedaan.
Zullen we naar buiten gaan om met Josje en Lisa te knuffelen, ze te borstelen en misschien wel een heel klein stukje te wandelen?
Wie heeft daar zin in?
Een verhaal van Wilt Meendering
The story of Lisa and Josje
It started long ago in the dark ages, just here in Westerwolde in the era of the knights. Westerwolde was a rugged area; there was no electricity, no water from the tap and no gas to cook with. In Westerwolde were Ter Apel, Sellingen and the castle in Wedde. There was a path leading to small hamlets, among which your village Vriescheloo. The small village Sellingen counted a church and six farms, which in those days were called ‘Erven’.
In one of them, called Erve Meendering, lived Lisa and Josje. Farms in those days didn’t look at all like the farms nowadays, with their large barns, many animals, tractors and combines. There was only one room in which people and animals lived together. There weren’t many animals anyway, a few chickens, perhaps some pigs, a goat and a cow. Not so on Erve Meendering. There lived Lisa and Josje, two donkeys. How is that? Don’t donkeys live in the desert?
This is how it happened
Lisa and Josje travelled with a group of knights through Europe. Riding across the Alps, a mountain range with high and snowy peaks and through Germany, they had arrived in Ter Apel. There they rested in the monastery. The reason the donkeys traveled with the knight was their important task. They had to carry the horse-droppings in baskets. As there were no campings then, the knights made their own camps using the dried horse-droppings to fuel their fires. In case the knights had to stay for a long period, which didn’t occur often, the droppings were also used as manure for their crops.
After a while the knights left for Wedde and Groningen. They warned everyone to stay on the sandy path. For one could easily get lost in the area full of swamps, forests and peat. There were no other roads and certainly none with streetlights.
But Lisa and Josje hadn’t listened very well, of maybe to well.
As they formed the end of the cavalcade nobody noticed when they took a wrong left turn. It happened probably in the vicinity of Laude. As they noticed their mistake they obviously got very frightened, although the oldest one, Lisa, tried to hide her fear.
At daybreak they continued their search and taking narrow paths they stumbled upon Sellingen. There, for the first time, they saw little people playing. Being only accustomed to grown-ups, that was an amazing sight. Fortunately donkeys are very clever so they immediately knew that those were very nice little people, just as you children are.
Cautiously the two donkeys approached the children. They had never seen donkeys before. They knew only horses of which there weren’t many in Sellingen. Soon enough however donkeys and children got closer and the children enjoyed every moment. There was a lot of hugging and cuddling, and the children even groomed the fur of the donkeys, much to Lisa and Josje’s satisfaction.
The empty baskets Lisa and Josje were carrying were filled with firewood and the troupe went home. Upon arriving in Sellingen mommy, daddy and the other sisters and brothers were at first a little scared of the strange animals. But soon after they heard the amazing story they too took an immediate liking to Lisa and Josje.
Ever since this encounter, there are donkeys in Westerwolde. It all started on Erve Meendering in Sellingen.
The children had lots of fun with their new friends. They played tag and also hide and seek. They never went too far from home because of the danger of getting lost. They made long walks during which they occasionally collected firewood.
Lisa and Josje have decided always to be nice to children. And even today they like to walk with them. They still like brushing and hugging. Nowadays they do this with their friends Bassie, Joris, Pien and Keetje. They don’t live in Sellingen anymore but in Vriescheloo near Bellingwolde, which still is Westerwolde.
They would like to meet you. They came to you by car. They didn’t drive themselves of course, we did. Let’s go outside to brush and cuddle Lisa and Josje an maybe walk a while?
Author: Wilt Meendering